Trechterval voor kraaiachtigen

Merk: Pype Artikelcode: 701311
  • Afmeting: 2 x 2 x 2 m
  • Extra: Vogels worden niet gekwetst noch gedood
  • Materie: Gegalvaniseerd staal met mazen van 50 x 50 mm
  • Opbouw: Bouwpakket met verschillende elementen
  • Aantal
  • 595,00 excl BTW 0,00
Niet op voorraad Geschatte levertermijn 5 werkdagen
Gelieve minimum 1 Bestellen

Jammer, Trechterval voor kraaiachtigen is tijdelijk uitverkocht.

Laat uw e-mailadres achter en ontvang een mailtje van zodra deze weer op voorraad is!

Verpakkingshoeveelheid: 0
Download Product PDF

Meer info over Trechterval voor kraaiachtigen

Speciaal voor bestrijding van kraaiachtigen: efficiënt & eenvoudig!

Deze val is effeciënt dankzij een centrale lokvogel die zijn soortgenoten lokt richting de trechterval. De grote val is zeer effectief vooral tijdens de lenteperiode, het moment van voortplanting en geboorte.

Bestrijding kraaiachtigen

Schade

De kraai, roek, kauw, ekster en gaai lusten alles. Pas bezaaide akkers, rijpe maïskolven en boomgaarden vol rijp fruit vormen een feesttafel voor deze vogelsoorten. Heel wat maatregelen helpen je om kraaiachtigen bij je oogst vandaan te houden. Hieronder vind je een overzicht van de preventieve basismaatregelen die je kan nemen om schade door kraaiachtigen aan teelten, gewassen en andere goederen te voorkomen. Extra maatregelen kunnen het effect van je inspanningen versterken.

Bestrijding

Bieden deze maatregelen onvoldoende bescherming tegen schade door de kraai, ekster, kauw en gaai? Dan kan je in bepaalde situaties overgaan tot bestrijding. 

Sinds 1 september 2009 is het Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer (het 'Soortenbesluit') van kracht. Deze laat bestrijding toe van zwarte kraai, ekster, kauw en gaai, volgens de bepalingen in bijlage 3. Bestrijdingsmaatregelen worden verwacht geen negatief effect te hebben op deze soorten, gelet op de zeer omvangrijke populaties van deze soorten. 

Wanneer kan je bestrijden?
 
De bestrijding van deze vogels is enkel geoorloofd wanneer preventieve basismaatregelen gefaald hebben om schade te voorkomen. Bestrijding heeft uitsluitend betrekking op volgroeide individuen.

  • Zwarte kraai en ekster mogen bestreden worden om belangrijke schade aan professioneel geteelde gewassen en voederkuilen te voorkomen, of om wilde fauna en flora te beschermen dan wel natuurlijke habitats in stand te houden. Bestrijding kan het ganse jaar worden ondernomen.
  • Kauw mag enkel worden bestreden om belangrijke schade aan professioneel geteelde gewassen en voederkuilen te voorkomen. Bestrijding kan het ganse jaar worden ondernomen.
  • Gaai mag enkel worden bestreden om belangrijke schade aan professionele fruitteelt te voorkomen. Dit kan enkel binnen een perimeter van 150 meter rondom het perceel waarvoor de bestrijding wordt gemeld. Bestrijding kan enkel worden ondernomen in de periode van 1 juli tot en met 31 oktober.

Wie kan bestrijden?

Bestrijding mag worden uitgevoerd door de eigenaar, huurder, exploitant, grondgebruiker(s) of bijzondere veldwachter van het bewuste terrein (alsook door een derde, op voorwaarde van een schriftelijke toestemming van de eigenaar, verhuurder, exploitant of grondgebruiker(s)).
Bij de bestrijding moet bijzondere aandacht uitgaan naar de veiligheid, en naar de verenigbaarheid met activiteiten van andere gebruikers van het buitengebied.

Hoe kan je bestrijden? 

De bestrijding mag worden uitgevoerd met volgende middelen.

  • Vuurwapens. Gebruik van vuurwapens voor de bestrijding van kraaiachtigen is enkel toegestaan voor personen die in het bezit zijn van een geldig jachtverlof overeenkomstig de Vlaamse jachtregelgeving.
  • Roofvogels, die op legitieme wijze in bezit worden gehouden.
  • Trechtervallen en Larsen-kooien. Deze mogen enkel vangklaar worden opgesteld in de periode van 16 februari tot en met 15 oktober. De vallen/kooien worden dagelijks gecontroleerd en alle andere gevangen dieren dan de soorten waarvoor het gebruik van vallen is toegestaan, worden dadelijk ter plekke in vrijheid gesteld. Voor elke gemelde val/kooi, mag de aanmelder maximaal twee levende lokdieren van de te bestrijden soort in zijn bezit hebben, gebruiken en vervoeren. De lokdieren moeten voedsel, water en beschutting ter beschikking hebben. Een val/kooi bevat geen vlees of slachtafval als lokaas. Elke val/kooi wordt geïdentificeerd met een weersbestendig plaatje waarop de naam van de te bestrijden soort, het telefoonnummer van het Agentschap voor Natuur en Bos alsook -in voorkomend geval- het jachtverlofnummer van de plaatser van de val leesbaar vermeld staan. Daarnaast wordt ook de volgende tekst op het plaatje vermeld: “Deze val is geplaatst conform de uitvoeringsmodaliteiten van het Soortenbesluit van 15 mei 2009, bijlage 3”.
  • De mazen van het net moeten minstens een straal van 2 cm hebben.
  • Akoestische hulpmiddelen, voor zover ze gericht zijn op de soort die wordt bestreden.
  • Dode lokdieren, van dezelfde soort als waarvoor bestrijding gemeld is.
  • Kunstmatige lokdieren.

Hoe moet je bestrijding vooraf melden? 

De bestrijding wordt bij het Agentschap voor Natuur en Bos gemeld via het daartoe bestemde meldingsformulier. Dit formulier bevat de specificaties omtrent de geplande bestrijding. Het meldingsformulier wordt naar het Agentschap gestuurd via e-mail, of met een aangetekende brief.
De bestrijding mag ten vroegste 24 uur na de versturing van dit formulier aanvangen, en maximaal tot het einde van het betreffende kalenderjaar duren. Tijdens het uitoefenen van de bestrijding moet een bestrijder altijd een kopie van het meldingsformulier kunnen voorleggen.

Schadevergoeding

Schade door roeken aan teelten en gewassen komt in aanmerking voor een schadevergoeding, die je kunt aanvragen via het e-loket. Schade door de kraai, ekster en kauw aan gewassen en schade door de gaai aan professionele fruitteelt worden niet vergoed. Ook voor schade door de hele kraaienfamilie aan goederen kan je geen vergoeding krijgen.


Hoe moet je bestrijding nadien rapporteren?

Na de bestrijdingsactiviteit of na afloop van de bestrijdingskalender moet het aantal gedode dieren worden gerapporteerd aan de bevoegde dienst van het Agentschap van de provincie waarin het grootste deel van het terrein of WBE-werkingsgebied is gelegen, via het daartoe bestemde rapportageformulier. Voor erkende wildbeheereenheden en onafhankelijke jachtrechthouders volstaat het om te rapporteren via hun jaarlijkse wildrapport.

Wat moet er gebeuren met de kadavers?

De dieren die het voorwerp zijn van bestrijding worden op een diervriendelijke manier gedood. Gedode specimens die niet voor consumptie worden genuttigd, dienen op een milieuhygiënisch verantwoorde manier te worden verwerkt.

Voor alle wettelijke bepalingen moet het ‘Soortenbesluit’ worden geconsulteerd (zie hoger).